Hollandaca Ders1

Hollandaca Alistirmalar

Nazeggen

Ik heb een nieuwe fiets en een oude
Heb je een pen bij je?
Bent u getrouwd?
Zou je dat wel willen ?
Hoe kon dat zo gebeuren?
Ik denk dat het bijna twaalf uur is.
Pas op! Voorzichtig!
Zij kunnen heel goed zwemmen.
Hoe zag hij eruit?
Wat voor mensen doen zulke dingen?
Deze korte broek past niet,
Ze had een erg litteken op haar gezicht.


Korte vragen

Welke maand komt na januari? februari
Wat doe je in je portemonnee? geld
Zijn wielen rond of vierkant? rond
Wat is zoet, suiker of zout?suiker
Wat doe je met een oven? bakken
Wat doe je met je mond? praten
Hoe noem je de vader van je moeder? opa
Is het in de nacht licht of donker? donker
Hoeveel centimeter is een meter? 100
Wat is groter, een boom of een plant? boom
Wat doe je met een schaar? knippen
Welk seizoen komt na de lente? Zomer
Wat komt uit de kraan? water
Wat doe je met een mes? snijden

Nazeggen

Ik schaamde me zo toen ik het antwoord niet wist.
Ze zouden een paraplu hebben moeten meenemen.
Ik had niet zo laat naar bed moeten gaan.
Ik was vaak te laat op mijn werk.
Mag ik u enkele vragen stellen?
We moeten het wat rustiger aan gaan doen.
Welke kant gaan we op vanaf hier?
Kunt u mij vertellen hoe laat het is.
U gaat bij de volgende stoplichten linksaf
Ik moet nog even boodschappen doen.
Doe je het licht uit als je weggaat ?
Ik hoop niet dat het straks gaat regenen.

Tegenstellingen

Leeg-vol
Dood-leven
Buiten-binnen
Verboden-toegestaan
Met-zonder
Altijd-nooit
Staan-zitten
Op-onder
Rechts-links
Hoog-laag
Boos-blij
Snel-langzaam (traag)

Yorum Gönder

0 Yorumlar