Hollandaca Ders 9

Onderdeel Nederlandse taal


Nazeggen

Nederland heeft de dichtste bevolking van Europa
Er wonen veel mensen in mijn land
Je kunt ook telefonisch een afspraak maken
De huisarts heeft elke dag tot tien uur spreekuur
Ik ga lopend naar de bakker
Ik draag niet graag een zware tas
1 zoon woont nog bij ons thuis
Ik studeer samen met mijn vrienden in dezelfde stad
Op woensdagmiddag zijn de schoolkinderen vrij
Er zijn hier drie of vier opleidingen
De gemeenteraad noemen we het parlement
Iedereen kiest zelf een opleiding


Korte vragen

Zijn schoenen om te lopen of om te drinken ? lopen
Waar ga je naar toe als je ziek bent? De dokter
Wat is later 12 uur of half 11? Twaalf uur
Wat komt er na de zomer? Herfst
Sneeuwt het in de winter of in de lente? Winter
Wat doe je met een glas? Drinken
Als je arm bent heb je dan veel of weinig geld? Weinig
Kun je met een vliegtuig vliegen? Ja
Is een bloemkool groente of fruit? Groente
Welk dier legt eieren? Kip
Is een kip een man of een vrouw? Vrouw
Is een stier een man of een vrouw? Man
Waar woon je? Marokko
Kun je met een auto rijden of vliegen? Rijden


Nazeggen

Wat was het resultaat van zijn toets?
Op mijn school zitten 1200 leerlingen
Mijn moeder brengt mij elke dag naar school
We hebben geen eigen keuken en badkamer
Toch is mijn tas soms aardig vol
Wanneer ik zware dingen koop ga ik op de fiets
Hier vult u uw persoonlijke gegevens in
Uw bankpas sturen wij via de post
Ik begrijp het formulier niet helemaal
Op zaterdag gaan we altijd naar de markt
Koop je daar ook kleren en schoenen?
Zulke dingen kopen we in een groot warenhuis


Tegenstellingen

Veel/beetje
Verliezen/winnen
Omlaag/omhoog
Nicht/neef
Gaan/komen
Vies/schoon
Stout/lief
Wakker/slapen
Uit/aan (in)
Zwaar/licht

Yorum Gönder

0 Yorumlar